Het doel van een osteopathische behandeling bestaat erin om de functie te herstellen.
De osteopaat staat een gamma aan manuele technieken ter beschikking, die aangrijpen op verschillende niveaus van het lichaam. Ze kunnen worden uitgevoerd ter hoogte van de weke delen van het lichaam: zoals spieren en gewrichtsbanden; het kan handelen over de specifieke aanwending van beweging of de positionering van gewrichten om het bereik en de kwaliteit van de beweeglijkheid te verbeteren; het uitvoeren van specifieke en gecontroleerde snelle gewrichtsmanipulaties; manuele technieken om de functie te beïnvloeden van orgaanstructuren; …
De behandeling bestaat voornamelijk uit manuele handelingen, zoals o.a.:
- “High Velocity Low Amplitude” (HVLA)-technieken.
- “Muscle Energy Techniques” (MET) (technieken waarbij neuromusculaire reflexen worden gebruikt).
- Algemene osteopathische mobilisaties.
- Functionele technieken (Sutherland-, Hoover-, Jones-technieken, …) met inbegrip van inhibitietechnieken.
- Fasciale technieken (myofasciale release-, Chila-technieken, “unwinding”-technieken, ...).
- Weke delen- en bindweefseltechnieken (musculaire en bindweefselstretching, -frictie, ...).
- Neuroviscerale en neurolymfatische reflex technieken.
- Fluïda technieken (lymfatische technieken, ...).
- Viscerale manipulaties.
- Neurocraniale en viscerocraniale technieken.
In het kader van een osteopathische behandeling wordt bovendien de nodige aandacht besteed aan algemene leefregels en aan preventie in het bijzonder.
Factoren die de keuze van aanwending van een bepaald behandelingsverloop en bepaalde manuele technieken bepalen, zijn: de klacht van de patiënt, zijn ziektetoestand, zijn leeftijd, zijn algemene gezondheidstoestand en de bevindingen uit zijn voorgeschiedenis en het osteopathisch onderzoek. Daardoor is de gekozen techniek en haar integratie in het globaal behandelingsverloop specifiek te noemen voor elke patiënt.
|